Enraf-Nonius Pelvimed 932 User manual

Type
User manual
Pelvimed 932
Bedieningshandleiding
Operating Instructions
Gebrauchsanweisung
Mode d´emploi
2
Enraf-Nonius B.V.
P.O. Box 12080
3004 GB Rotterdam
The Netherlands
Tel.:(0)10 - 20 30 600
Fax:(0)10 - 0 30 699
Article number 1496.755-41
August 2005
Enraf
Nonius
Copyright:
1
Pelvimed 932
Bedieningshandleiding
Operating Instructions
Gebrauchsanweisung
Mode d'emploi
2
3
3
INHOUDSOPGAVE
Inleiding............................................................... 5
Gebruikte terminologie ........................................ 6
Personal Computer aansluiting............................ 6
Opmerkingen vooraf ............................................. 7
De Therapieclusters ............................................ 8
Geheugenkaarten (Optioneel) .............................11
Bedieningsorganen............................................ 12
In gebruik nemen............................................... 13
Indicaties en Contra-indicaties........................... 14
Bediening .......................................................... 15
Afstandsbedieningen (optioneel) ........................ 18
Behandel voorbeelden ....................................... 19
Onderhoud door de gebruiker ............................ 20
Aanwijzingen bij storingen ................................. 20
Specificaties ..................................................... 21
Technische gegevens ........................................ 22
Bestelgegevens................................................. 22
INHALTSVERZEICHNIS
Einleitung.......................................................... 41
Verwendete Terminologie ................................... 42
PC Anschluß .................................................... 42
Vorbemerkungen ............................................... 43
Die Therapiegruppen kurz zusammengefaßt...... 45
Speicherkarten (Optional).................................. 48
Bedienungselementen ....................................... 48
Inbetriebnahme.................................................. 50
Indikationen und Kontraindikationen .................. 50
Bedienung......................................................... 51
Optionalen Fernbedienungen............................ 54
Behandlungsbeispiele ....................................... 55
Wartung durch den Benutzer............................. 56
Fehlersuche ...................................................... 56
Spezifikation ..................................................... 57
Technische Daten.............................................. 58
Bestelldaten...................................................... 58
TABLE OF CONTENTS
Introduction ....................................................... 23
Terminology....................................................... 24
Personal Computer connection ......................... 24
Preliminary notes .............................................. 25
The Therapy clusters......................................... 26
Memory cards (Optional)................................... 29
Controls ............................................................ 30
Installation......................................................... 31
Indications and Contra-indications ..................... 31
Operation .......................................................... 32
Remote controls (Optional)................................ 35
Treatment examples.......................................... 36
Maintenance by the user................................... 37
Fault conditions ................................................ 37
Specifications ................................................... 38
Technical data ................................................... 39
Ordering data .................................................... 39
TABLE DES MATIERES
Introduction ....................................................... 59
Terminologie ...................................................... 60
Couplage à un PC ............................................. 60
Remarques préliminaires................................... 61
Les groupes de thérapies .................................. 62
Cartes a mémoire.............................................. 65
Organes de commande ..................................... 66
Mise en service ................................................. 67
Indications et Contre-indications........................ 68
Opération .......................................................... 69
Présentation et fonctionnement des télécomman-
des optionnelles ................................................ 72
Exemples de traitements: ................................. 73
Entretien par l utilisateur ................................... 74
Conseils en cas de panne ................................. 74
Spécifications ................................................... 75
Données techniques.......................................... 76
Données de commande .................................... 76
4
5
Nederlands
INLEIDING
Elektroden
Ten behoeve van de EMG- en druk-feedback zijn
diverse oppervlakte- en holte-elektroden beschik-
baar zoals: zilver-zilverchloride elektroden, pre-
gelled disposable elektroden, drukproben vaginaal
en anaal, EMG-elektroden vaginaal en anaal.
Uitgerust met de holte-elektroden is de Pelvimed 932
uitermate geschikt voor de behandeling van bekken-
bodem klachten.
Het is niet raadzaam om de holte-elektroden toe te
passen zonder gedegen kennis van de te behande-
len regio.
Geheugenkaarten (optioneel)
De Pelvimed 932 is voorzien van een geheugen-
kaartlezer. Het gebruik van geheugenkaarten vormt
een belangrijke uitbreiding van de mogelijkheden van
uw apparaat. Veelvuldig gebruikte apparaat-
instellingen kunt u nu op eenvoudige wijze opslaan
en documenteren m.b.v. de standaard kaart.
Voorkeurinstelling
Een aantal opties kan via een voorkeuzemenu wor-
den ingesteld. Het betreft opties die rechtstreeks met
de bediening te maken hebben, zoals:
Taalkeuze (ruim aantal talen beschikbaar);
Signaleringen (extra informatie op het scherm);
Andere mogelijkheden in bediening.
Afstandsbedieningen voor elektrotherapie
Bij de Pelvimed 932 kunnen twee typen afstands-
bedieningen gebruikt worden: één voor het regelen
van de amplitude van twee afzonderlijke stroom-
kanalen en één als handregelaar voor het gebruik
van speciale elektroden bij dynamische elektrode-
applicatie.
Tot slot
Met de aanschaf van de Pelvimed 932 heeft u een
uitstekende keuze gemaakt. Wij zijn ervan overtuigd
dat u vele jaren plezierig zult werken met dit appa-
raat. Mocht u nog vragen of suggesties hebben, dan
kunt u zich wenden tot uw leverancier.
Algemeen
De Pelvimed 932 is een compleet apparaat voor
EMG-feedback en druk-feedback. Daarnaast is de
Pelvimed 932 ook uitgerust met een aantal stroom-
vormen zodat u de mogelijkheid heeft om eventueel
elektrotherapie toe te passen. Het grote LCD scherm
draagt bij tot een overzichtelijke weergave van de
parameter instellingen en geeft duidelijke feedback
aan uw patiënt. Een indeling in zogenaamde
“therapieclusters” maakt de keuze van de te gebrui-
ken therapievorm zeer eenvoudig. De centrale regel-
aar voor parameter instelling, de twee amplitudere-
gelaars, de eenvoudig te bedienen druktoetsen en
de geheugenkaarten zullen een snelle en doeltref-
fende bediening garanderen.
EMG-feedback, druk-feedback, stroomvormen
en therapiemogelijkheden
In grote lijnen biedt de Pelvimed 932 het volgende:
2-kanaals EMG- en 1-kanaals druk-feedback in
3 verschillende sessie typen;
Duidelijke en full screen weergave van het EMG
en/of druk signaal waarbij voor de weergave ge-
kozen kan worden uit een bar, curve en combi-
natie bar + curve;
EMG- of Druksignaal weergegeven in een gra-
fiek met instelbare tijdschaal en continue weer-
gave van de EMG- of Drukwaarde;
Auditieve feedback, desgewenst via hoofd-
telefoon;
Daarnaast de volgende feedback hulpmiddelen:
hulplijnen, geluidssignalen, instelbaar EMG en
druk drempel;
In alle clusters (m.u.v. cluster stroom) de moge-
lijkheid tot registratie van het EMG en/of druk sig-
naal.
Tijdens de registratie kunnen een aantal para-
meters gewijzigd of bijgesteld worden;
De geregistreerde data kunnen overgezet worden
naar een analyse scherm en van hieruit opgesla-
gen worden op een geheugenkaart (optioneel le-
verbaar);
Optie voor het printen van de grafiek en even-
tueel bewerken van de meetresultaten;
Optie voor een “On-line” verbinding: feedback via
de monitor van een personal computer;
Gecombineerde toepassing van EMG-feedback
met stroom en EMG- met druk-feedback;
1- of 2-kanaals elektrostimulatie via het EMG
kanaal;
6
Nederlands
GEBRUIKTE TERMINOLOGIE
In het boek “Electrotherapeutic Terminology in Physical
Therapy” (section on Clinical Electro-physiology,
American Physical Therapy Association, March 1990)
wordt een aanzet gegeven tot het standaardiseren van
elektrotherapeutische terminologie.
In de bij de Pelvimed 932 behorende literatuur is ge-
tracht omschrijvingen zoveel mogelijk volgens deze
standaard toe te passen. Ter verduidelijking worden
hieronder de nieuwe termen vermeld met daarnaast
de bekende (oude) uitdrukkingen.
Gebruikte termen
Amplitude : Intensiteit
Faseduur : Pulsduur
Fase-interval : Pulspauze
Gelijkstroom : Galvanische stroom
Frequentiemodulatie : Spectrumfrequentie
PERSONAL COMPUTER AANSLUITING
De Pelvimed 932 is voorzien van een optisch geïso-
leerde RS232-aansluiting, die het mogelijk maakt om
een IBM compatible PC aan te sluiten. De PC dient
voorzien te zijn van een CE-keurmerk om onder-
linge beïnvloeding te voorkomen. Software om de
aansluiting van uw Pelvimed 932 met een PC te rea-
liseren is optioneel verkrijgbaar. Deze software draait
onder Windows 3.1x of Windows 95.
Door de koppeling van de PC met uw Pelvimed 932,
is de PC een onderdeel geworden van een medisch
behandelsysteem, zodat de IEC 601 veiligheidsnorm
van toepassing is op de gehele combinatie. De IEC
601 veiligheidsnorm eist dat de aardlekstroom bij
onderbreking van de aardleiding de waarde van 0,5
mA niet mag overschrijden. Aangezien voor een
“niet-medische” PC minder strenge veiligheidseisen
gelden (aardlekstroom moet kleiner zijn dan 3,5 mA),
dient u de volgende maatregelen te nemen om de
combinatie toch aan de IEC 601 te laten voldoen:
of de PC en monitor minstens 2 meter van de pa-
tiënt verwijderd opstellen, zodat de patiënt de PC
en monitor niet kan aanraken;
of een IEC 601 goedgekeurde monitor kopen. Deze
monitor mag dicht bij de patiënt staan. De PC
zelf dient echter op 2 meter afstand van de pa-
tiënt geplaatst te worden;
of een scheidingstrafo in de netvoeding van de PC
en monitor laten aanbrengen door een erkend
installateur.
Verder dient de monitor met een eigen netsnoer met
de wand contactdoos verbonden te zijn. In geen
geval mag de monitor via de Personal Computer
gevoed worden.
7
Nederlands
Technisch onderhoud
Wij adviseren dit apparaat jaarlijks te laten contro-
leren. U kunt dit laten doen door uw leverancier of
andere instantie, die door de fabrikant is geautori-
seerd. Het is tevens raadzaam een dossier bij te
houden van alle onderhoudsactiviteiten. In sommige
landen is dit zelfs verplicht.
Onderhoud en reparaties dienen uitsluitend te wor-
den verricht door een geautoriseerde instantie. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van
onderhoud of reparaties door niet-geautoriseerde
instanties.
Het openen van het apparaat door andere dan ge-
autoriseerde instanties is niet toegestaan en doet
de aanspraak op garantie vervallen.
Stroomdichtheid
De norm IEC 601-2-10 adviseert een stroom-
dichtheid van 2 mA effectief per cm2 niet te over-
schrijden.
Voor elke elektrode kan de aanbevolen maximum
effectieve patiëntenstroom berekend worden door
het contactoppervlak (in vierkante centimeters) te
vermenigvuldigen met 2 mA/cm2. Let er op dat de
elektroden zo geplaatst worden dat er, over het hele
oppervlak, goed contact is met de huid.
N.B. Het gebruik van kleine elektroden in combina-
tie met een hoge amplitude kan huidirritatie of zelfs
brandwonden ten gevolge hebben.
Openings- en sluitingsreacties
Bij een constant current (CC) uitgangskarakteristiek
kunnen onaangename openings- en sluitingsreacties
optreden als de elektroden niet goed vast zitten of
geheel los raken. Zorg ervoor dat bij plaatsen en
losnemen van de elektroden bij CC instelling de
patiëntenstroom 0 mA is. Gebruik bij dynamische
applicatietechnieken en toepassing van holte-elek-
troden bij voorkeur de CV instelling.
Elektrolytische effecten
Bij stroomvormen met een gelijkstroomcomponent
treedt er onder de elektroden elektrolyse op. Om de
elektrolytische produkten die onder de elektroden
ontstaan zoveel mogelijk te absorberen en de ef-
fecten hiervan te beperken is het noodzakelijk de
bijgeleverde sponsjes te gebruiken. Zorg ervoor dat
deze voldoende nat gemaakt zijn met water en plaats
de dubbele laag van de spons tussen plaatelektrode
en patiënt.
OPMERKINGEN VOORAF
Algemeen
Het is belangrijk dat u voor het gebruik van de
Pelvimed 932 deze handleiding goed doorleest.
Zorgt u er vooral voor dat deze handleiding altijd be-
schikbaar is voor al het betrokken personeel.
Voor de toepassing van dit apparaat verwijzen wij
naar de optioneel verkrijgbare therapieboeken.
Let bij het gebruik van de Pelvimed 932 met name
op het volgende:
1. U dient zich op de hoogte te stellen van de con-
tra-indicaties (zie pagina 14).
2. Het apparaat mag niet gebruikt worden in de na-
bijheid (d.w.z. op minder dan 4 meter afstand)
van een kortegolf- of microgolfapparaat.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen
van het gebruik van het apparaat anders dan be-
schreven in deze bedieningshandleiding.
Installatie
Zet het apparaat niet in de buurt van een warm-
tebron zoals een radiator.
Voorkom blootstelling aan direct zonlicht, veel
stof, vocht, trillingen en stoten.
Dit apparaat mag niet gebruikt worden in zoge-
heten “natte ruimten” (hydrotherapie-ruimten).
Het gebruik van een draadloze telefoon in de
nabijheid van het apparaat wordt afgeraden.
Het apparaat moet zodanig opgesteld worden dat
er geen vloeistof in terecht kan komen.
Mocht er toch vloeistof in de behuizing terechtko-
men, trek dan de stekker uit de contactdoos en laat
het apparaat door een geautoriseerde deskundige
controleren.
Aansluiten
De netaansluiting moet voldoen aan de plaatse-
lijke eisen voor medische ruimten.
Controleer eerst of de netspanning en net-
frequentie, vermeld op het typeplaatje, overeen-
komen met die van het lichtnet. De 220-240 V
uitvoering is voor landen met een netspanning
van 220, 230 of 240 volt. De 115 V uitvoering is
voor landen met een netspanning van 110 of 120
volt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
contactdoos met randaarde.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij het apparaat
is geleverd.
Op dit apparaat kan een potentiaalvereffenings-
kabel worden aangesloten indien dit door plaat-
selijke instanties wordt voorgeschreven.
8
Nederlands
Elektromagnetische interferentie
Het gelijktijdig aansluiten van een patiënt op de
Pelvimed 932 en HF-chirurgische apparatuur kan
brandwonden ter plaatse van de stimulerende elek-
troden veroorzaken. Het gelijktijdig aansluiten is
daarom niet toegestaan.
Bij gebruik in de onmiddellijke nabijheid (d.w.z. op 4
meter afstand of minder) van in gebruik zijnde korte-
golf- of microgolfapparatuur kan instabiliteit in het
afgegeven signaal van de Pelvimed 932 ontstaan.
Om elektromagnetische beïnvloeding te voorkomen,
adviseren wij de Pelvimed 932 en de kortegolf-/
microgolfapparatuur elk op een verschillende groep
van het lichtnet aan te sluiten.
Zorg ervoor dat het netsnoer van het kortegolf-/
microgolfapparaat niet in de nabijheid van de
Pelvimed 932 of van de patiënt komt.
Bij blijvende storing, veroorzaakt door elektromag-
netische interferentie, contact opnemen met uw le-
verancier.
Produktaansprakelijkheid
In veel landen is inmiddels een wet op de produkt-
aansprakelijkheid van kracht, waarbij onder meer
geldt dat de fabrikant, ná 10 jaar nadat een produkt
in omloop is gebracht, niet meer aansprakelijk ge-
steld kan worden voor de gevolgen van eventuele
gebreken aan het produkt.
Internationale veiligheidsnorm IEC 601-1
De apparaten voldoen aan de richtlijnen van de in-
ternationale veiligheidsnorm voor elektromedische
apparatuur IEC 601-1 (algemene standaard), IEC
601-2-10 (Standaard voor elektrotherapie- appara-
tuur) en IEC 601-1-2 (Standaard voor EMC).
DE THERAPIECLUSTERS
Algemeen
Met behulp van het hoofdstuk “bediening” zult u snel
vertrouwd raken met de vele mogelijkheden van het
apparaat. Om vooraf een indruk van deze mogelijkhe-
den te krijgen behandelen we in het kort de therapie-
clusters en de meest belangrijke parameters.
Algemeen clusters EMG en/of Druk
Via het voorkeuzemenu heeft u de mogelijkheid om
de tijdschaal van de grafiek te wijzigen. Het EMG en/
of druksignaal wordt hiermee meer of minder gede-
tailleerder weergegeven.
Relaxatie van het spierweefsel kan duidelijk zichtbaar
gemaakt worden in de grafiek. Belangrijk hierbij is dat
voordat met de therapiesessie begonnen wordt de
beginwaarde van het EMG- of Druksignaal bepaald
worden. Met de parameter “nulstellen” wordt deze
beginwaarde ingesteld. Bij ontspanning zal de lijn van
de grafiek onder de horizontale as komen.
Tijdens de therapiesessie en analyse is het mogelijk
om de grafiek full-screen op de display te krijgen (zie
hoofdstuk bediening).
Cluster: EMG
In de cluster EMG kunt u kiezen uit 3 sessie typen
die 1 of 2 kanaals uitgevoerd kunnen worden.
Continu
In deze sessie vindt een continue registratie van de
spieraktiviteit plaats.
Werk/Rust
In deze sessie wordt een werkperiode afgewisseld door
een rustperiode. De duur van beide perioden zijn apart
instelbaar. De overgangen tussen werk en rust wor-
den op twee manieren kenbaar gemaakt; door middel
van verticale lijnen én een geluidssignaal. De oefen-
duur wordt aangegeven door het aantal cycli dat afge-
werkt moet worden (één werk- en één rust periode is
één cyclus).
Voorbeeld curve
In deze sessie moet een vooraf gekozen patroon ge-
volgd worden. U heeft een ruime keuze uit verschil-
lende patronen voor de training van kracht, uithoudings-
vermogen en coördinatie.
Cluster: EMG + Stroom
In dit cluster vindt u een combinatie tussen EMG-me-
ting en stimulatie.
EMG-meting en stimulatie kan hierbij 1- of 2-kanaals
toegepast worden. Bij gecombineerd gebruik van op-
pervlakte- en holte-elektrode kan alleen via kanaal 1
gestimuleerd worden.
9
Nederlands
EMG-meting is uiteraard wel over twee kanalen.
Voor de stimulatie heeft u de keuze uit verschillende
stroomvormen. De gekozen stroomvorm en parameter-
instellingen zijn voor beide kanalen gelijk. De intensiteit is
per kanaal instelbaar. Bij gebruik van de 4-polige EMG-
kabel is kanaal 2 herkenbaar aan de kleur markering.
Door een te hoge concentratie van de stroom is het
niet toegestaan om gelijkgerichte stroomvormen via
de zilver-zilverchloride elektroden en pre-gelled
disposable elektroden toe te passen.
We onderscheiden 3 sessie typen:
Afwisselend EMG - stimulatie
In deze sessie wordt EMG-meting afgewisseld door
een stimulatie-fase waarbij de duur van beide perio-
den apart instelbaar is. Desgewenst kan een pauze
of ontspanningsfase ingesteld worden (EMG rust-
tijd) die ingaat zodra de stimulatie-fase afgelopen
is. De overgangen tussen de diverse fasen worden
door middel van een geluidssignaal aangegeven.
Na het instellen van de gewenste amplitude kan de
behandeling (én registratie) beginnen. Een therapie
sessie begint altijd in de EMG-fase (of EMG rusttijd
indien ingesteld).
Stimulatie boven drempel
De ideale hulpmiddel om toch een volledige con-
tractie of bewegingsuitslag te bewerkstelligen. De
beweging wordt aktief ingezet en voortgezet door
middel van stimulatie. Het aanvangen van de stimu-
latie-fase wordt bepaald door de EMG-drempel.
Stimulatie onder drempel
In deze sessie wordt elektrostimulatie gebruikt om
een contractie te bewerkstelligen of te ondersteu-
nen. De sterkte / hoogte van de contractie wordt
bepaald door de EMG drempel. De contractie moet
gedurende de “EMG actief tijd” worden volgehou-
den waarna de rustfase in gaat. Zodra de contractie
tijdens de “EMG actief tijd” verzwakt en het EMG
signaal onder de drempel komt wordt de stimulatie-
fase geactiveerd.
De behandeling wordt altijd gestart met een EMG
fase. Een vertragingstijd van 3 seconden stelt de
patiënt in staat om aktief de EMG-drempel te berei-
ken. De “EMG actief tijd” en “rusttijd” zijn vrij instel-
baar.
Cluster: Druk
In de cluster Druk vindt u dezelfde sessie typen zo-
als beschreven bij cluster EMG: Continu, Werk/Rust
en Voorbeeld curve.
Nulstellen
De druk sensor zal, zodra deze is ingebracht, direkt
de aanwezige basis druk meten. Om deze begin
waarde te nivelleren moet voor aanvang van de druk-
registratie de elektrode eerst “nul-gesteld” worden.
Nulstellen is ook noodzakelijk om ontspanning van
het spierweefsel zichtbaar te maken.
Cluster: Druk + EMG
In dit cluster wordt de druk en het EMG-signaal ge-
lijktijdig geregistreerd en weergegeven op het
scherm. Ongewenste en gewenste spieraktiviteit kan
op deze manier eenvoudig zichtbaar gemaakt wor-
den.
U heeft de keuze uit de sessie typen Continu, Werk/
Rust en Voorbeeld curve zoals beschreven in de
cluster EMG.
Analyse geregistreerde data
Aan het einde van een therapiesessie kunnen de ge-
registreerde data geanalyseerd worden (via “Stop (Ana-
lyse)”). De curve wordt gecomprimeerd geprojecteerd
in een analyse scherm. De gemiddelde waarden en
vermogen over de gehele tijdregistratie worden auto-
matisch berekend en weergegeven op het scherm.
De tijdschaal waarin de data wordt weergegeven kan
vervolgens gevarieerd worden om zodoende de weer-
gave gedetailleerder te maken. Tijdens de analyse
kunnen markers met behulp van de markeertoets
worden toegevoegd.
Van een zelf te selecteren fragment van de grafiek
worden automatisch de belangrijkste waarden uitge-
rekend.
Vanuit dit scherm heeft u de mogelijkheid om de gere-
gistreerde data in grafiek vorm op te slaan op een
geheugenkaart.
Voor het instellen van de hulplijnen en voor het op-
slaan van gegevens op een geheugenkaart verwijzen
wij naar het hoofdstuk “bediening” van deze handlei-
ding.
Cluster: Analyse laatste sessie
In dit cluster blijven de meetresultaten van de laat-
ste (geregistreerde) sessie in het werkgeheugen van
het apparaat opgeslagen. Analyse en opslag op een
geheugenkaart is vanuit dit cluster mogelijk. De ge-
gevens worden uit het geheugen gewist zodra een
nieuwe registratie gestart wordt of na een stroom-
onderbreking van het apparaat.
10
Nederlands
Cluster: Stroom via EMG kanaal 1
In dit cluster is het mogelijk om 1-kanaals elektrostimulatie
toe te passen via het EMG kanaal. U heeft hierbij de keuze
uit verschillende stroomvormen en een optie voor spier-
versterken.
Cluster: Stroom via EMG kanaal 1+2
In dit cluster is het mogelijk om 2-kanaals elektrostimulatie
toe te passen via het EMG kanaal. De gekozen stroom-
vorm en parameterinstellingen zijn voor beide kanalen
gelijk. De intensiteit is per kanaal instelbaar. Bij gebruik
van de 4-polige EMG-kabel is kanaal 2 herkenbaar aan
de kleur markering. U heeft de keuze uit verschillende
stroomvormen en een optie voor spierversterken.
De stroomvormen van de Pelvimed 932
Bipolaire interferentie
Draaggolffrequentie
Deze parameter is instelbaar tussen 2 - 10 kHz. Af-
hankelijk van het type zenuwvezel (motorisch/
sensorisch) kan voor een lage of hoge draaggolf-
frequentie worden gekozen. Veel gebruikt zijn 2,5
kHz bij spiertraining en 4 kHz bij pijndemping. De
standaardinstelling is 4 kHz.
Prikkelfrequentie (AMF)
De prikkelfrequentie kan worden ingesteld tussen 0
en 200 Hz. De keuze van de instelling is afhankelijk
van de aard, het stadium, de ernst en de lokalisatie
van de aandoening. De standaardinstelling is 50 Hz.
Frequentiemodulatie (spectrum)
Deze parameter is instelbaar tussen 0 en 200 Hz en
dient ter voorkoming van adaptatie.
Doorloopprogramma’s
Er zijn drie doorloopprogramma’s voor frequentiemodu-
latie: 1/1s, 6/6s en 1/30/1/30s. Een “stochatisch” doorloop-
programma zorgt voor een nog betere voorkoming van
adaptatie (stochatisch betekent dat het doorloop-
programma de frequentie op een willekeurige wijze ver-
andert).
TENS
TENS (Transcutaneous Electrical Nerve Stimulation)
is het toepassen van elektroden op de huid met het
doel dikvezelige afferente zenuwvezels te stimule-
ren, hetgeen tot vermindering van pijn moet leiden.
TENS-stromen zijn bovendien inzetbaar op het ge-
bied van de wondgenezing. De beschikbare TENS-
stroomvormen zijn:
Bi-symm : Symmetrische bifasische pulsstroom,
geen DC component;
Bi-asymm : Asymmetrische bifasische pulsstroom,
geen DC component.
Faseduur
De faseduur is instelbaar tussen 20 en 1000 µs. Met
een korte faseduur is het mogelijk de dikke vezels se-
lectief te stimuleren. De standaardinstelling is 100 µs.
Frequentie
De frequentie is instelbaar tussen 1 en 200 Hz. Fre-
quenties tussen 50 en 100 Hz worden het meest
gebruikt. De standaardinstelling is 80 Hz.
Burstfrequentie
Burst-TENS is vooral geschikt voor het behandelen
van dieper liggende pijnlijke gebieden (myofasciale
pijn) en chronische pijn. Burstfrequentie is instelbaar
tussen 1 en 10 Hz. De meest gebruikte burstfrequen-
tie is 2 Hz. Het LCD-scherm geeft aan of de geko-
zen pulsfrequentie en burstfrequentie voldoende
pulsen per burst (4 - 10) opleveren.
Frequentiemodulatie (spectrum)
Deze parameter is instelbaar tussen 0 en 200 Hz en
dient ter voorkoming van adaptatie.
Doorloopprogramma’s
Er zijn drie doorloopprogramma’s voor frequentiemo-
dulatie: 1/1s, 6/6s en 1/30/1/30s. Een “stochatisch”
doorloopprogramma zorgt voor een nog betere voor-
koming van adaptatie (stochatisch betekent dat het
doorloopprogramma de frequentie op een willekeurige
wijze verandert).
Spierversterken
Deze vorm van spierstimulatie kan alleen worden
toegepast indien er sprake is van een intact perifeer
zenuwstelsel.
Binnen deze cluster zijn 3 stroomvormen beschik-
baar:
If-2p : Bipolaire interferentie-stroom (ampli-
tude gemoduleerde wisselstroom);
R-Stim : “Russian stimulation” (onderbroken
middenfrequente wisselstroom);
Bi-symm : Symmetrisch bifasische pulsstroom
(TENS).
Zwelpatroon (cyclus)
Van de zwelpatronen kunnen zweltijd, houdtijd, slink-
tijd en pauzetijd worden ingesteld. Bovendien kun-
nen de zwelpatronen over twee kanalen, gelijktijdig
(synchrone stimulatie) of in tijd verschoven
(asynchrone stimulatie), worden afgegeven voor trai-
ning van agonist en antagonist.
Amplitude
De voor de spiertraining benodigde amplitude kan
worden bepaald met een constant stroom. Daarna
wordt het zwelpatroon geactiveerd.
11
Nederlands
Mono-tri en Mono-rec
Voor spierprikkelen kan een keuze gemaakt wor-
den uit:
Mono-rec : monofasische rechthoekpulsstroom
Mono-tri : monofasische driehoekpulsstroom
Faseduur
De faseduur is instelbaar tussen 50 µs en 500 ms
(mono-tri vanaf 100 µs). De standaardinstelling is
0,10 ms.
Fase-interval
Deze parameter is instelbaar tussen 5 ms en 20 s.
De fase-interval wordt automatisch minimaal 2 x zo
groot gehouden als de faseduur. De standaard-
instelling van de fase-intelval is 500 ms.
Prikkelfrequentie
De prikkelfrequentie wordt op het scherm weerge-
geven en is een functie van de gekozen faseduur
en fase-interval.
Galvanische gelijkstroom
Gelijkstroom heeft een pijndempende werking, ter-
wijl tevens de circulatie wordt bevorderd.
Sequentiële behandelingen
Met behulp van de geheugenkaart heeft u de moge-
lijkheid om een aantal behandelfases achter elkaar
te schakelen tot één sequentiële behandeling. De
afzonderlijke behandelfases moeten vooraf op een
kaart, in de juiste volgorde, opgeslagen zijn. Na se-
lectie van de juiste categorie worden de program-
ma’s automatisch geselecteerd. De behandeling kan
beginnen na instelling van de gewenste intensiteit.
GEHEUGENKAARTEN (OPTIONEEL)
Bij toepassing en gebruik van de kaarten dient u de
volgende punten in acht te nemen:
Gebruik alleen de voorgeschreven typen
geheugenkaarten (zie hieronder).
Voorkom blootstelling aan direkt zonlicht, veel
stof, trillingen en stoten.
Voorkom buigen van de kaart.
Zorg er voor dat de kaart te alle tijde droog blijft.
Plak geen stickers op de kaart.
Let bij plaatsen van de kaart in het apparaat op
de aangegeven richting (pijl).
Plaats geen geheugenkaart tijdens een behan-
deling.
Duw de kaart tot de eindaanslag in het apparaat.
Hiervoor mag enige kracht gebruikt worden.
Verwijder de kaart alleen door de uitwerpslede in
te duwen.
Indien de geheugenkaart een batterij bevat zal
het apparaat melden wanneer deze vervangen
moet worden. Volg in dit geval de instructies op
het scherm en/of de bij de kaart geleverde docu-
mentatie.
Voorgeschreven geheugenkaarten:
Programmeerbare geheugenkaarten: volgens
JEIDA V 4.0, type SRAM, geheugencapaciteit mi-
nimaal 64 kB.
12
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN
[16]Centrale regelaar
Regelaar voor het instellen van parameters.
[17]Amplituderegelaar kanaal 1
Eindloze regelaar voor het instellen van de patiënten-
stroom in kanaal 1.
[18]Amplituderegelaar kanaal 2
Eindloze regelaar voor het instellen van de patiënten-
stroom in kanaal 2.
[19]Markeer toets
Toets voor het aanbrengen van merktekens in de
grafiek tijdens de registratie periode en analyse.
D.m.v. deze markeringen zijn belangrijke fasen in
de curve bij de analyse eenvoudig herkenbaar.
[20]Pauze toets
Toets voor het tijdelijk onderbreken van de registra-
tie. De pauze wordt aangegeven door een knippe-
rend symbool in de rechter bovenhoek van het
scherm en knipperen van indicatie LED 28. Regis-
tratie wordt voortgezet na het wederom bedienen
van deze toets. Het pauze moment wordt perma-
nent in de registratie gemarkeerd met een pauze-
symbool (
❙ ❙
).
[21]Indicatie LED pauze toets
Dit LED knippert zodra de pauze toets geactiveerd is.
[22] Selektietoets afstandsbediening
Toets voor het selekteren en activeren van een af-
standsbediening. De amplituderegelaar(s) van ap-
paraat en afstandsbediening zijn, na selektie, beide
actief.
[23] [24] Indicatie LED EMG kanaal
Dit LED licht op zodra het kanaal geselecteerd is
voor gebruik.
[25] Aansluiting hoofdtelefoon
Het ruwe EMG-signaal is alleen via de hoofdtelefoon
hoorbaar. De geluidsstrekte wordt via het scherm
geregeld. Een optionele tweeweg audio-adapter
maakt de aansluiting van een tweede hoofdtelefoon
mogelijk.
LET OP: Uit veiligheidsoverwegingen voor patiënt
en therapeut en volledige weergave van het EMG-
signaal (lage tonen) is het niet toegestaan om een
andere dan de door Enraf-Nonius voorgeschre-
ven hoofdtelefoon te gebruiken.
[26]Indicatie LED afstandsbediening
Dit LED licht op als een afstandsbediening is aan-
gesloten en geselekteerd.
APPARAAT
(zie uitvouwblad vooraan)
[1] Typesticker
Hier vind u apparaat gegevens zoals type- en serie-
nummer en aansluitgegevens zoals netspanning en
opgenomen stroom.
[2] Potentiaalvereffeningspunt
Voor gebruik in ruimten waar een potentiaalvereffe-
ningskabel is voorgeschreven kunnen een derge-
lijke kabel en plug worden geleverd.
[3] Netschakelaar, net-entree en zekeringen
Met deze schakelaar wordt de Pelvimed 932 aan-/
uitgezet. Het netsnoer wordt hier aangesloten en hier
bevinden zich twee zekeringen.
[4] Draagbeugel, uitschuifbaar
[5] Verlicht LCD scherm
[6] Vergrendeling LCD scherm
[7] Geheugenkaartentree
Deze geheugenkaartentree is alleen geschikt voor
de voorgeschreven geheugenkaarten.
[8] Uitwerpslede geheugenkaart
[9] RS 232 aansluiting
Aansluiting computer verbindingskabel
BEDIENINGSPANEEL
[10] Accepttoets
Toets voor het bevestigen van een keuze en/of acti-
veren van het volgende scherm.
[11] Terugtoets
Toets voor het ongedaan maken van een keuze en/
of activeren van het vorige scherm.
[12]Programmatoets opslaan
Toets voor het opslaan van een apparaat-instelling
(programma) op de programmeerbare geheugen-
kaart.
[13]Programmatoets oproepen
Toets voor het oproepen van een programma van
een geheugenkaart.
[14]Cursor up/down toets
Toets voor het verplaatsen van de cursor op het
scherm.
[15]Contrasttoets
Toets voor het instellen van het contrast van het LCD
scherm.
13
Nederlands
[27]Aansluiting EMG registratie (en toepassing
met stroom)
Aansluiting patiëntenkabel holte- en oppervlakte
elektroden.
LET OP: Kabels losnemen indien deze niet
gebruikt worden.
[28]Aansluiting kabel EMG referentie elektrode
Aansluiting voor de bijgeleverde kabel t.b.v. de refe-
rentie elektrode. De referentie elektrode dient bij
EMG registratie altijd aangesloten te worden. In het
cluster EMG+stroom wordt de referentie elektrode
automatisch uitgeschakeld tijdens de stimulatie fase.
[29] Aansluiting druksensor
[30] Aansluiting afstandsbediening
Het aansluiten van andere dan de voorgeschreven
Enraf-Nonius afstandsbedieningen kan de veiligheid
van de patiënt en de goede werking van het appa-
raat nadelig beïnvloeden en is derhalve niet toege-
staan.
IN GEBRUIK NEMEN
Aansluiten netsnoer
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de net-
entree [3].
Sluit het netsnoer aan op een wandcontactdoos
met randaarde.
Openen LCD scherm
Ontgrendel de twee vergrendelingen [6].
Klap het scherm op in de gewenste positie.
Aanschakelen en zelftest
Schakel het apparaat aan met de netschakelaar [3].
Bij het inschakelen voert het apparaat een zelftest
uit. Controleer of:
alle LED’s kortstondig oplichten;
aan het eind van de test een pieptoon hoorbaar is.
Aansluiten EMG- en patiëntenkabels
Sluit de bijgeleverde kabels aan op de daarvoor
bestemde aansluitingen.
Aansluiten afstandsbediening
Het gebruik van een afstandsbediening is mogelijk
bij de applicatie van een stroomvorm.
Sluit (eventueel) één van de optionele afstands-
bedieningen aan op aansluiting [30].
Selekteer de afstandsbediening met de toets [22].
Plaatsen geheugenkaart (optioneel)
Plaats (eventueel) een geheugenkaart in de entree
[7].
Let op de aanwijzingen op de kaart.
Duw de kaart tot de eindaanslag in het apparaat.
14
Nederlands
INDICATIES EN CONTRA-INDICATIES
Contra-indicaties
• koorts;
• tumoren;
• tuberculose;
plaatselijke ontstekingsprocessen;
• trombose;
• zwangerschap;
• pacemaker;
• metaalimplantaten.
Algemeen
Voor een completer overzicht verwijzen wij naar de
therapieboeken “Biofeedback” referentienummer
1496.761 en “Laag- en middenfrequente elektrothe-
rapie”, referentienummer 1480.761
Indicaties
Diagnostiek, elektropalpatie voor:
• pijnpunten;
trigger points;
hyperesthetische gebieden;
motorische prikkelpunten;
• I/t-curven.
Therapeutisch handelen:
A. Pijndemping door stimulatie van:
• pijnpunten;
trigger points;
hyperesthetische gebieden.
B. Behandelingen van aandoeningen waarbij een
vegetatieve disbalans op de voorgrond staat,
onder andere bij:
het schouder/hand syndroom;
M. Raynaud;
M. Buerger;
Sudeckse dystrofie;
neurologische aandoeningen;
• myalgieën.
C. Spierstimulatie:
voor herstellen van het bewegingsgevoel;
bij atrofie;
van de externe sphincter bij de behandeling van
incontinentia urinae;
bij revalidatie;
bij spierversterking (sport);
bij neurologische aandoeningen.
D. Iontoforese.
E. Wondgenezing:
huiddeffecten tgv. doorbloedingsstoornissen;
• post-operatief.
EMG en Druk feedback
• incontinentie
post operatieve rehabilitatie
• hemiplegie
• ontspanningstherapie
15
Nederlands
BEDIENING
Algemeen
Schakel het apparaat aan [3]: het hoofdmenu toont de therapieclusters. Voor andere taalinstellingen: zie
“Voorkeurinstelling” in dit hoofdstuk.
Het apparaat werkt in verschillende niveaus:
1. het hoofdmenu
2. de “tussen schermen”
3. de parameterschermen
4. “behandelscherm”
Een selectie maakt u door de cursor met de up/down toets [14] te verplaatsen
Met de accepttoets [10] gaat u een niveau (scherm) verder.
Met de terugtoets [11] gaat u een niveau (scherm) terug.
16
Nederlands
Instellingen (parameters) worden veranderd met de
centrale regelaar [16]. Dit is alleen mogelijk binnen de
parameterschermen. Onder de streep staat (indien mo-
gelijk) het bereik van de geselecteerde parameter.
Werk de parameters van boven naar beneden af.
Veel gebruikte parameterinstellingen kunnen opgesla-
gen worden op een geheugenkaart, zie “geheugen-
kaarten” in dit hoofdstuk.
Een feedbacksessie (EMG, Druk of combinatie) kan
pas gestart worden nadat op het scherm “start (op-
slaan)” geaccepteerd wordt (met accepttoets [10]).
Een elektrotherapie behandeling kan pas gestart wor-
den nadat de behandeltijd is ingesteld.
Aanvulling m.b.t. cluster EMG, Druk of
combinatie
Registratie van het EMG- en/of Druksignaal
Zodra de feedbacksessie gestart is via “start (opslaan)”
komt u in het “behandelscherm”. Het EMG en/of Druk-
signaal wordt nu geregistreerd. Tijdens de registratie
kan u de weergegeven parameters eventueel wijzigen.
Full-screen weergave
Door bediening van de accept-toets [10] wordt de gra-
fiek beeldvullend weergegeven. Door bediening van
de terug-toets [11] gaat u terug.
Einde behandeling
Afloop van de behandeltijd of cycli wordt met een
geluidssignaal aangegeven. Het apparaat komt auto-
matisch in de pauze-stand.
De behandeling kan eventueel voortgezet worden door
het instellen van een nieuwe behandeltijd of aantal
oefen cycli. De sessie start na bediening van de pauze-
toets [20].
Behandeling/registratie beëindigen
De behandeling beëindigen door acceptatie van “Stop
(Analyse)”. De geregistreerde data worden gecompri-
meerd geprojecteerd in een analyse scherm.
Instellen en wijzigen amplitude in Cluster
EMG+Stroom
Tijdens de therapiesessie is het mogelijk de amplitude te
wijzigen op de volgende manier:
1. Met de cursor op een willekeurige plaats.
De amplitude kan gewijzigd worden zodra het pro-
gramma in de stimulatiefase is (tijdens de houdtijd).
2. Met de cursor op “amplitude instellen”.
Zodra de amplituderegelaar voor kanaal 1 of 2 wordt
bediend wordt het programma onderbroken. Onge-
veer 6 seconden nadat de amplitude is ingesteld
start het programma automatisch vanaf het punt
van onderbreking.
Analyse
Algemeen
De geregistreerde data worden geprojecteerd in een
grafiek. De weergegeven waarden (rechts boven)
worden automatisch berekend over de gehele tijd-
registratie. Een eventuele stimulatie fase wordt in
de grafiek door middel van een verticale stippellijn
aangegeven.
Full screen weergave
Door bediening van de accept-toets [10] wordt de
grafiek beeldvullend weergegeven. Door bediening
van de terug-toets [11] gaat u terug.
De vermelde parameters kunnen met behulp van
de up/down toets [14] geselecteerd en met behulp
van de centrale regelaar [16] gewijzigd worden.
Tijdschaal
Met de tijdschaal wordt de grafiek meer of min-
der gedetailleerd weergegeven.
17
Nederlands
•“selectie”; met “selectie” kan een deel van de
grafiek geselecteerd worden. De eerste hulplijn
geldt als uitgangspunt voor de tweede hulplijn.
De gemiddelde waarden, rechts boven, worden
nu automatisch berekend over het geselecteerde
gebied (tussen de lijnen).
Tijdschaal
Met de tijdschaal wordt de grafiek meer of min-
der gedetailleerd weergegeven.
Selectie
De “selectie” kan gewijzigd worden van “alles” in
“cyclus”. De hulplijnen verschijnen nu in beeld.
Deze hulplijnen zijn niet apart instelbaar maar zijn
gekoppeld aan de werk- en rusttijd. De gemid-
delde waarden worden nu berekend voor de ge-
selecteerde cyclus.
Cyclus
Met behulp van “cyclus” kan het gewenste deel
van de grafiek geselecteerd worden. Het num-
mer van de geselecteerde cyclus wordt weerge-
geven.
Voorkeurinstellingen
Ga naar het hoofdmenu.
Houdt de terug-toets [11] minimaal 3 seconden
ingedrukt. U ziet het voorkeuzemenu.
Verplaats de cursorbalk met behulp van de cursor
up/down toets [14] en wijzig desgewenst de in-
stelling met de centrale regelaar [16].
Na acceptatie [10] van “Hoofdmenu” verlaat u het
hoofdmenu.
Geheugenkaarten (optioneel)
Opslaan
U bevindt zich in een parameterscherm en wilt
de parameterinstellingen opslaan op een
geheugenkaart (of analysescherm voor het op-
slaan van een curve).
Plaats de geheugenkaart in de geheugenkaarten-
tree [7].
Bedien de “programmatoets opslaan” [12]. Het
scherm toont het menu van de geheugenkaart.
Selecteer [14] in de linker pagina een categorie
en accepteer uw keuze [10].
Selecteer [14] een geheugenplaats en accepteer
uw keuze [10]. Uw parameterinstellingen zijn nu
opgeslagen op die positie van de kaart.
Bedien de “terugtoets” [11], u komt weer in de
normale bediening.
Hulplijnen
positie grof”; is de grove instelling van de hulp-
lijn per stappen van 6 seconden afhankelijk van
de ingestelde tijdschaal.
positie fijn”; is de nauwkeurige instelling van de
hulplijn per seconde.
De positie van het geselecteerde gebied kan des-
gewenst verschoven worden met “positie fijn” (of
“positie grof”).
Merktekens
Met behulp van de markeertoets [19] is het mogelijk
om tijdens de analyse merktekens in de grafiek te
plaatsen. Het merkteken wordt ter hoogte van de
eerste hulplijn geplaatst.
Analyse van één punt
Stel de gewenste tijdschaal in
ga naar “selectie”
Stel de kleinste waarde in; 0,1 sec.
Ga naar “positie grof” en stel de grove positie in
Ga naar “positie fijn” en stel de gewenste positie
nauwkeurig in
De gemiddelde waarden worden automatisch
berekend over het geselecteerde punt
Analyse Werk/Rust sessie
Algemeen
De geregistreerde data worden geprojecteerd in een
grafiek. De weergegeven waarden (rechts boven)
worden automatisch berekend over de gehele tijd-
registratie. Hierbij worden de gemiddelde waarden
van de werk- en rustfasen apart weergegeven.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79

Enraf-Nonius Pelvimed 932 User manual

Type
User manual

Ask a question and I''ll find the answer in the document

Finding information in a document is now easier with AI