De oven heeft vier inzetniveaus.
De inzethoogte wordt vanaf de bodem
van de oven geteld, zoals aangegeven in
de afbeelding.
De inschuifdelen moeten altijd goed
worden ingeschoven (zie afbeelding).
Zet schotels en pannen niet direct op de
bodem van de oven.
Hete lucht
Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig wordt
rondgeblazen in de oven door een ventilator
in de achterwand van de oven.
Alle ovenzones worden zodoende snel en
gelijkmatig verwarmd. Dit betekent dat u te-
gelijkertijd verschillende soorten gerechten
kunt bereiden die op verschillende inzetni-
veaus zijn geplaatst.
De voordelen van koken met deze func-
tie:
– Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op tempe-
ratuur komt, is het over het algemeen niet
nodig om de oven voor te verwarmen. Mo-
gelijk hebt u wel 5-7 minuten extra berei-
dingstijd nodig. Voor recepten die hogere
temperaturen vereisen, zoals brood, pas-
teien, scones of soufflés, verkrijgt u de
beste resultaten als de oven eerst wordt
voorverwarmd
– Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het
algemeen lagere temperaturen dan berei-
ding met boven- en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de
bak- en braadtabel aan. Verminder bij uw
eigen conventionele recepten de onder-
en boventemperatuur met ongeveer
20-25°C.
–
Gelijkmatige warmteverdeling bij bak-
ken
De heteluchtoven biedt een gelijkmatige
verwarming op alle inzetniveaus. Dit bete-
kent dat partijen van dezelfde gerechten
tegelijkertijd in de oven kunnen worden be-
reid. De baksels op het bovenste niveau
kunnen echter sneller bruiner worden dan
die op het onderste niveau.
Dit is normaal. Er vindt geen smaakover-
dracht plaats tussen de gerechten.
Conventioneel (Boven- en
onderwarmte)
– De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Wan-
neer u wilt dat uw baksel een bruinere bo-
dem krijgt, moet u het op een lager niveau
in de oven zetten. Wanneer u wilt dat uw
baksel een bruinere bovenkant krijgt, moet
u het op een hoger niveau in de oven zet-
ten.
– Het materiaal en de afwerking van de bak-
platen en schalen zijn van invloed op de
mate waarin het voedsel een bruin korstje
krijgt. Emaille, donker, zwaar en met teflon
gecoat bakgerei bevordert het bruinen,
terwijl bakgerei van glas, glanzend alumi-
nium of gepolijst edelstaal warmte reflec-
teert en afremt.
– Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster om een gelijkmatige bruining te ga-
randeren.
– Plaats schalen op een bakplaat van de
juiste afmeting, om te voorkomen dat er
voedsel op de bodem van de oven wordt
gemorst en ervoor te zorgen dat de oven
gemakkelijker kan worden gereinigd.
–
Plaats schalen, bakblikken of bakpla-
ten niet direct op de bodem van de
oven . Deze wordt erg heet en kan scha-
len, bakblikken of bakplaten beschadigen.
Als u deze instelling gebruikt komt de
warmte van de bovenste en onderste ver-
warmingselementen. Daarmee kunt u ge-
rechten op één enkel niveau bereiden. Dit
is bijzonder geschikt voor gerechten,
waarvan de bodem extra bruin moet wor-
den, bv. quiches en hartige taarten.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook
wat extra bruin van boven moeten worden,
kunnen ook heel goed bereid worden met
Conventioneel (Boven- en onderwarmte).
10 progress