„Hasenknobelei“
Ein Knobelspiel für 2 Langohren von 5 bis 99 Jahren
Spielidee: Markus Nikisch
Illustration: Martina Leykamm
Spielinhalt:
2 Hasen
3 Karotten
3
Die Karotten, die sich in dieser Hand befinden, bekommt der
Mitspieler. Die in der anderen Hand darf er behalten.
Dabei kann es auch vorkommen, dass ein Spieler keine
Karotte erhält.
Jetzt legt jeder Spieler seine Karotten direkt hintereinander
vor den eigenen Hasen, der Länge nach in Richtung des
Karottenfeldes.
Sind alle Karotten gelegt, darf jeder seinen Hasen vor die
letzte Karotte stellen. So nähern sich die Hasen nach und
nach dem Karottenfeld.
Spielvorbereitung:
Auf zur großen Karottenknabberei!
Jedes Langohr bekommt einen Hasen. Das Karottenfeld
(= Blechdeckel) kommt in die Tischmitte. Die Hasen werden
ca. 30 cm entfernt in Startposition aufgestellt.
Spielablauf:
Der Spieler mit den kleinsten Ohren beginnt und bekommt
die drei Karotten. Diese verteilt er hinter dem Rücken in
seinen beiden Händen.
Dabei ist egal, ob er eine, zwei oder sogar alle drei Karotten
in einer Hand hält. Danach streckt er beide Hände geschlos-
sen nach vorne und der Mitspieler tippt auf eine Hand. ´
45
“Rabbit Guessing”
A guessing game for 2 long ears ages 5 to 99.
Author: Markus Nikisch
Illustrations: Martina Leykamm
Contents:
2 rabbits
3 carrots
Jetzt beginnt eine neue Runde und das andere Langohr
darf die Karotten nehmen und verdeckt in seinen Händen
verteilen.
Spielende:
Der Spieler, der zuerst das Karottenfeld mit seinem Hasen
erreicht, gewinnt diesen hasenstarken Wettkampf.
67
in this hand. The carrots in the other hand stay with the first
player.It can happen that a player doesn’t even get a single
carrot!
The player lines up these carrots lenghthwise, one behind the
other, in front of their rabbit, in the direction of the carrot
patch.
Once the player has lined up the carrots their rabbit can be
placed just in front of the last carrot. Now the rabbits can
nibble their way towards the carrot patch.
Preparation:
Off we go to the big rabbit nibbling party!
Each long ear gets a rabbit. The carrot square (lid of the tin)
is placed in the center of the table. The rabbits are put in the
starting position about 12 inches from it.
How to play:
The player with the smallest ears starts and gets three
carrots which they distribute between their hands behind
their back. It doesn’t matter if they hold one, two or even
all three carrots in only one hand.
Then they extend both hands firmly closed towards the
other player who points to one hand and receives the carrots
89
« La course de lapins »
Un jeu de dé pour 2 joueurs aux longues oreilles
de 5 à 99 ans
Idée : Markus Nikisch
Illustration : Martina Leykamm
Contenu :
2 lapins
3 carottes
11
Now a new round starts and the other long ears can take
three carrots and distribute them secretly in their two hands.
End of the game:
The player who is the first to reach the carrot patch wins this
wild rabbit race.
10
Ensuite, il tend les mains, poings fermés, vers l’autre joueur
qui lui tape sur une main.
Ce joueur prend les carottes qui se trouvent dans cette main.
Le joueur a le droit de garder celles qui sont dans son autre
main.
Il peut arriver qu’un joueur ne récupère aucune carotte.
Maintenant, chaque joueur pose ses carottes les unes
derrière les autres devant son lapin, dans le sens de la
longueur, en direction du champ de carottes.
Une fois que toutes les carottes sont posées, chacun
pose son lapin devant la dernière carotte. Les lapins se
rapprochent ainsi petit à petit du champ de carottes.
13
Préparatifs :
En route pour la course de carottes !
Chaque joueur prend un lapin.
Poser le champ de carotte (= couvercle métallique) au
milieu de la table. Mettre les lapins en position de départ
à env. 30 cm.
Déroulement de la partie :
Le joueur qui a les plus petites oreilles commence. Il prend
trois carottes.
Il les répartit dans ses mains qu’il cache derrière le dos. Cela
n’a pas d’importance s’il met dans une main une, deux ou
trois carottes.
12
“Hazenwedloop”
Een wedloopspel voor 2 langoren van 5 tot 99 jaar.
Spelidee: Markus Nikisch
Illustraties: Martina Leykamm
Spelinhoud:
2 hazen
3 wortels
15
Un nouveau tour commence et l’autre joueur prend les
carottes. Il les cache dans ses mains en les répartissant.
Fin du jeu :
Le joueur, dont le lapin arrivera en premier au champ de
carottes, gagnera cette dure course.
14
Daarna strekt hij z’n handen gesloten naar voren en
de medespeler tikt op één hand.
De wortels die zich in deze hand bevinden, krijgt de
medespeler.
Degene die hij in z’n andere hand heeft, mag hij zelf houden.
Hierbij kan het ook gebeuren, dat een speler geen enkele
wortel krijgt.
Nu legt elke speler zijn wortels zodanig achter elkaar voor
z’n eigen haas, dat deze in de lengte naar het wortelveld
wijzen.
Als alle wortels zijn neergelegd, dan mag iedereen zijn haas
voor de laatste wortel neerzetten. Zo komen de hazen steeds
dichter in de buurt van het wortelveld.
17
Spelvoorbereiding:
Op naar het grote wortelknabbelfestijjn!
Iedere langoor krijgt een haas.
Het wortelveld (deksel van het blik) wordt midden op
tafel gezet. De hazen worden op ca. 30 cm afstand in hun
startpositie gezet.
Spelverloop:
De speler met de kleinste oren begint en krijgt de drie
wortels.
Deze verdeelt hij achter z’n rug over zijn beide handen.
Daarbij maakt het niet uit of hij één, twee of zelfs alle drie
de wortels in één hand houdt.
16
Nu begint er een nieuwe ronde en de andere langoor mag de
wortels nemen en ongezien over zijn handen verdelen.
Einde van het spel:
De speler die als eerste met zijn haas het wortelveld bereikt,
heeft deze hazensterke race gewonnen.
18
/
