Progress PBK3360X User manual

Category
Kitchen & houseware accessories
Type
User manual
gebruiksaanwijzing
user manual
Inbouwoven
Built-in oven
PBK 3360
Inhoud
Veiligheidsinformatie 2
Beschrijving van het product 3
Voor het eerste gebruik 5
Bediening 6
Tips en bereidingstabellen 12
Onderhoud en reiniging 16
Problemen oplossen 21
Technische gegevens 22
Montage 22
Verwijdering 24
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Bewaar deze handleiding altijd bij het
apparaat. Mocht het apparaat aan der-
den doorgegeven of verkocht worden, of
indien u het apparaat wanneer u gaat
verhuizen in uw oude woning achterlaat,
dan is het van groot belang dat de nieu-
we gebruiker over deze gebruiksaanwij-
zing en de aanwijzingen kan beschik-
ken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de
veiligheid van de gebruikers en hun
huisgenoten. Lees ze dus aandachtig
door, voordat u het apparaat aansluit en/
of in gebruik neemt.
Montage
De installatie moeten worden uitgevoerd
door een erkend installateur, met inacht-
neming van de geldende voorschriften. De
afzonderlijke installatiewerkzaamheden
zijn beschreven in de instructies voor de
installateur.
Laat het apparaat installeren en aansluiten
door een erkend installateur overeenkom-
stig de richtlijnen.
Indien wijzigingen aan de stroomvoorzie-
ning vereist zijn vanwege de installatie, dan
dienen deze te worden uitgevoerd door
een erkend installateur.
Deze oven is geschikt voor gebruik als af-
zonderlijk apparaat of in combinatie met
een elektrische kookplaat, voor aansluiting
op een eenfase-stroomvoorziening van
230 V.
Bediening
Deze oven is bedoeld voor het bereiden
van voedsel; gebruik deze nooit voor an-
dere doeleinden.
Wees extra voorzichtig tijdens het gebruik
van de oven. Door de grote hitte van de
verwarmingselementen worden de bak-
platen en andere onderdelen erg heet.
Indien u - om welke reden dan ook - alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat dit
dan nooit in direct contact komen met de
bodem van de oven.
Ga bij het schoonmaken van de oven voor-
zichtig te werk: sproei nooit vloeistof op het
vetfilter (indien aanwezig), de verwar-
mingselementen en de thermostaatsen-
sor.
Het is gevaarlijk veranderingen van welke
aard ook aan te brengen aan het apparaat
of aan de kenmerken ervan.
Tijdens het bakken, braden en grillen wor-
den het venster van de deur en de overige
onderdelen van het apparaat erg heet.
Houd kinderen daarom uit de buurt van het
apparaat. Wanneer u elektrische appara-
tuur aansluit op stopcontacten in de buurt
van de oven, dan dient u erop te letten dat
aansluitleidingen niet in aanraking komen
met hete kookzones of klem komen te zit-
ten in de hete ovendeur.
Gebruik altijd ovenwanten om hete vuur-
vaste schotels of schalen uit de oven te
halen.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het op-
pervlaktemateriaal van de oven achteruit-
gaat.
Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de uitstand
staat als hij niet meer wordt gebruikt.
Het apparaat mag niet worden gereinigd
met een tot een hoge temperatuur ver-
warmde stoomreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen krabbers. U kunt daarmee kras-
sen op het glas van de deur veroorzaken
2 progress
en dat kan leiden tot het barsten van het
glas.
Veiligheid van personen
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om het door
kinderen te laten gebruiken of hen ermee
te laten spelen.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Nadat u de oven heeft
uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd
warm.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door kinderen of andere personen met be-
perkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelij-
ke vermogens of een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij dit plaatsvindt onder toe-
zicht van een voor hun veiligheid verant-
woordelijke persoon of tenzij zij van een
dergelijke persoon instructies hebben ont-
vangen over het gebruik van het apparaat.
Klantenservice
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamhe-
den uitvoeren door de service-afdeling van
de fabrikant of door een service-afdeling
die door de fabrikant geautoriseerd is en
gebruik alleen originele onderdelen.
Probeer in geval van een storing of defect
dit apparaat nooit zelf te repareren. Repa-
raties die door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of
letsel leiden.
Beschrijving van het product
1 Bedieningspaneel
2 Indicatielampje van de temperatuur
3 Thermostaatknop
4 Elektronisch programmeren
5 Functieknop
6 Stroomindicatielampje
7 Luchtopeningen voor koelventilator
8 Grill
9 Binnenverlichting
10 Opening draaispit
11 Ovenventilator
12 Typeplaatje
progress 3
Accessoires
Braadslede
Bakplaat
Grillrooster
Draaispit
31 2 4
1 Afneembare greep
2 Spit
3 Vorken
4 Spithouder
Bediening
Verzonken knop
Dit model is voorzien van verzonken knop-
pen.
Deze knoppen werken door ze in te drukken
en uit te trekken.
Ze kunnen helemaal worden ingedrukt als de
oven niet in gebruik is.
Functieknop
Oven is uitgeschakeld.
Hetelucht
Boven- en onderwarmte -bovenste
en onderste verwarmingselement
Onderwarmte
Grillen met hete lucht
Grill en draaispit
Ontdooien
4 progress
Bedrijfscontrolelampje
Het bedrijfscontrolelampje gaat branden als
de functieknop wordt ingesteld.
Temperatuurknop
Draai de temperatuurknop linksom om tem-
peraturen tussen 50 °C en 250 °C te kiezen.
Temperatuurknop - controlelampje
Dit controlelampje gaat branden als er aan de
temperatuurknop gedraaid wordt.
Het display blijft verlicht tot de gewenste tem-
peratuur bereikt is. Daarna gaat het knippe-
ren om aan te geven dat de temperatuur in
stand wordt gehouden.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit
raakt (door onjuist gebruik van het apparaat
of vanwege defecte onderdelen), is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat die
indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de
oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd
vanwege onjuist gebruik van het apparaat,
hoeft u nadat de oven is afgekoeld alleen de
fout te verhelpen. Is de thermostaat daaren-
tegen geactiveerd vanwege een defect on-
derdeel, neem dan contact op met onze ser-
vice-afdeling.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedie-
ningspaneel. Zodra de oven enkele minuten
is ingeschakeld, wordt automatisch ook de
ventilator ingeschakeld. Er wordt warme
lucht uit de luchtopeningen naast de hand-
greep van de ovendeur geblazen. Wanneer
de oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator
nog enige tijd ingeschakeld voor de koeling
van de verwarmingselementen. Dit is hele-
maal normaal.
De werking van de ventilator hangt af
van hoe lang en op welke temperatuur
de oven gebruikt is. Bij lagere tempera-
turen wordt de ventilator mogelijk hele-
maal niet ingeschakeld en als de oven
slechts kortstondig is gebruikt, wordt de
ventilator mogelijk ook meteen uitge-
schakeld.
Voor het eerste gebruik
Waarschuwing! Verwijder al het
verpakkingsmateriaal binnen en
buiten, voordat u de oven in gebruik
neemt.
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de
oven leeg opgewarmd worden.
Gedurende deze tijd kan er een onaange-
naam luchtje ontstaan. Dit is helemaal nor-
maal Het wordt veroorzaakt door fabricage-
resten.
De oven functioneert alleen als u de
klok hebt ingesteld op de tijd van de
dag.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd
is.
1. Sla de kloktijd op in het elektronische pro-
grammageheugen (zie het hoofdstuk
"elektronische timer")
2.
Draai de functieknop naar hete lucht
3. Draai de thermostaatknop op 250 °C.
4. Open een raam voor de ventilatie.
5. Laat de oven nu ongeveer 45 minuten
leeg werken
Herhaal de procedure voor het ovenelement
boven en onder
en grillen met hete lucht
gedurende ongeveer 5-10 minuten.
Nadat u deze handeling heeft verricht, laat u
de oven afkoelen. Maak de ovenruimte ver-
volgens schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Maak voordat u de oven voor het eerst ge-
bruikt, ook alle accessoires zorgvuldig
schoon.
progress 5
Pak om de deur te openen altijd de hand-
greep in het midden vast tot de deur hele-
maal open is.
Bediening
56 4
1
8
7
2
3
1 Display
2
“Kookwekker” controlelampje
3
“Klok” controlelampje
4
Toets "
5
Functiekeuzetoets
6
Toets "
7 "Einde bereidingstijd" controlelampje
8
"Bereidingstijd" controlelampje
De oven werkt alleen als u de klok
hebt ingesteld. De oven kan echter ook
zonder enige programmering worden
bediend.
Als de stroom uitvalt worden alle instel-
lingen (klok, programma-instelling of lo-
pend programma) gewist. Als de
stroomtoevoer weer wordt hersteld,
knipperen de cijfers op het display. Als
dit gebeurt moeten de klok en de timer
opnieuw worden ingesteld.
De klok instellen
Wanneer de stroomtoevoer wordt ingescha-
keld, of nadat de stroom is uitgevallen, knip-
pert het controlelampje "Klok"
in het dis-
play.
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1.
Druk op de toets "
" of " ”.
2. Wacht vervolgens 5 seconden: het con-
trolelampje "Klok"
gaat uit en op het
display verschijnt de ingestelde tijd. Het
apparaat is nu klaar voor gebruik.
Om de juiste kloktijd opnieuw in te stellen:
1.
Druk op de toets
om de functie "Klok"
te kiezen. Het overeenkomstige contro-
lelampje gaat knipperen. Ga dan verder
zoals hierboven is beschreven
Het tijdstip van de dag kan alleen op-
nieuw worden ingesteld als er geen au-
tomatische functie (bereidingsduur
of einde bereidingstijd ) werd inge-
steld.
6 progress
Bereidingstijd
Als deze functie is geselecteerd, schakelt de
oven automatisch uit aan het einde van de
geprogrammeerde bereidingstijd. Zet het ge-
recht in de oven, kies een bereidingsfunctie
en stel de benodigde bereidingstemperatuur
in.
Druk op de toets
om de functie “Berei-
dingstijd” te kiezen.
Het overeenkomstige controlelampje gaat
knipperen.
Ga dan als volgt verder:
De bereidingstijd programmeren:
1.
Druk op de toets "
” of “ ”.
2. Wacht 5 seconden nadat u de berei-
dingstijd hebt ingesteld: gaat het "Berei-
dingstijd" controlelampje
branden en
op het display verschijnt weer het tijdstip
van de dag.
3. Als de ingestelde bereidingstijd is verstre-
ken, schakelt de oven automatisch uit. Er
klinkt een geluidsignaal en het controle-
lampje knippert. Draai de oven- en ther-
mostaatknop naar nul.
Annuleer het geluidsignaal door op een
toets te drukken.
OPMERKING : Als het geluidsignaal is
uitgeschakeld, keert de oven terug naar
een handmatige bediening. Als de oven-
en thermostaatknoppen niet op nul wor-
den gezet, dan warmt de oven weer op.
Het annuleren van een geprogrammeerde
bereidingstijd:
1.
Druk op de toets
om de functie “Be-
reidingstijd” te kiezen. Het betreffende
controlelampje
gaat knipperen en op
het display verschijnt de resterende be-
reidingstijd.
2.
Druk op de toets "
” tot “0:00” op het
display verschijnt. 5 seconden later gaat
het controlelampje uit en zal de klok weer
op het display verschijnen.
Einde bereidingstijd
Met deze functie kunt u de oven zodanig in-
stellen dat deze automatisch wordt uitge-
schakeld als de tijd van een geprogrammeer-
de bereidingsduur is afgelopen. Zet het ge-
recht in de oven, kies een bereidingsfunctie
en stel de benodigde bereidingstemperatuur
in.
Druk op de toets
om de functie “Einde
bereidingstijd” te kiezen. Het overeenkomsti-
ge controlelampje gaat knipperen.
Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u het einde van de bereidingstijd in
1.
Druk op de toets "
" of " ” toets.
2. Wacht 5 seconden nadat u het einde van
de bereidingstijd hebt ingesteld: het “Ein-
de bereidingstijd” controlelampje
branden en op het display verschijnt weer
het tijdstip van de dag.
progress 7
3. Als de ingestelde tijd is verstreken, scha-
kelt de oven automatisch uit. Er klinkt een
geluidsignaal en het controlelampje knip-
pert. Draai de oven- en thermostaatknop
naar nul.
Annuleer het geluidsignaal door op een
toets te drukken.
OPMERKING : Als het geluidsignaal is
uitgeschakeld, keert de oven terug naar
een handmatige bediening. Als de oven-
en thermostaatknoppen niet op nul wor-
den gezet, warmt de oven weer op.
Het annuleren van de geprogrammeerde
einde van de bereidingstijd:
1.
Druk op de toets
om de functie “Einde
bereidingstijd” te kiezen. Het betreffende
controlelampje
gaat knipperen en op
het display verschijnt de geprogram-
meerde einde bereidingstijd.
2.
Druk op de toets "
” tot op het display
de kloktijd van de dag verschijnt. Er klinkt
een geluidsignaal en het controlelampje
gaat uit.
Bereidingstijd
en Eindtijd
gecombineerd
De functies "Bereidingstijd" en "Einde berei-
dingstijd" kunnen tegelijk worden gebruikt
om de oven automatisch op een later tijdstip
in en uit te schakelen.
1.
Gebruik de functie "Bereidingstijd"
om de bereidingstijd in te stellen (zoals
beschreven in het betreffende hoofd-
stuk). Druk vervolgens op toets
en het
display geeft de geprogrammeerde in-
stelling weer.
2. Gebruik de functie "Einde bereidingstijd"
om het einde van de bereidingstijd in
te stellen (zoals beschreven in het betref-
fende hoofdstuk). Het overeenkomstige
controlelampje gaat branden en op het
display verschijnt de kloktijd. De oven zal
in- en uitgeschakeld worden volgens de
ingestelde programma's.
Kookwekker
Het geluid van de kookwekker klinkt aan het
einde van de ingestelde tijd; maar de oven
blijft aan en klaar voor gebruik.
Het instellen van de kookwekker:
1.
Druk op de toets
om de “Kookwekker”
functie te selecteren. Het betreffende
controlelampje
gaat knipperen.
2.
Druk vervolgens op toets "
” of toets “
” (maximum tijd: 2 uur, 30 minuten).
3. Wacht 5 seconden nadat u de kookwek-
ker hebt ingesteld: het “Kookwekker”
controlelampje gaat branden.
4. Als het einde van de ingestelde tijd is be-
reikt, gaat het display knipperen en klinkt
er een geluidssignaal. Het geluidssignaal
kan worden geannuleerd door op een
willekeurige toets te drukken.
De kookwekker uitzetten:
1.
Druk op de toets
om de “Kookwekker”
functie te selecteren. Het betreffende
controlelampje
gaat knipperen en op
het display verschijnt de resterende tijd.
2.
Druk op de toets "
” tot “0:00” op het
display verschijnt. 5 seconden later gaat
het controlelampje uit en zal de klok weer
op het display verschijnen.
8 progress
Het display uitschakelen
1. Druk gelijktijdig de twee programmeer-
knoppen in en houd ze ongeveer 5 se-
conden ingedrukt. Het display gaat uit.
2. Om het display weer in te schakelen,
dient u een willekeurige toets in te druk-
ken.
Het display kan alleen worden uitge-
schakeld als er geen andere functies zijn
ingesteld
Gebruik van de oven
Belangrijk! Bedek de bodem van de oven
nooit met aluminiumfolie en plaats geen
bakplaten etc. op de bodem van de oven,
anders kan het emaille van de oven door de
opgebouwde hitte beschadigd raken. Zet
(hittebestendige) pannen en aluminium
bakplaten altijd op het rooster dat in de rails
is geschoven. Wanneer gerechten verhit
worden, ontstaat er stoom, net als in een
pan. Wanneer de stoom in aanraking komt
met de glazen deur van de oven, wordt er
condens gevormd en ontstaan er
waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de water-
druppels weg te vegen.
Belangrijk! Alle bereidingen moeten
uitgevoerd worden met gesloten deur.
Ga bij het openen van de ovendeur zorgvul-
dig te werk. Laat de deur niet 'openvallen'
maar houd de deur vast aan de handgreep
totdat deze helemaal openstaat.
De oven heeft vier inzetniveaus.
De inzethoogte wordt vanaf de bodem
van de oven geteld, zoals aangegeven in
de afbeelding.
De inschuifdelen moeten altijd goed
worden ingeschoven (zie afbeelding).
Zet schotels en pannen niet direct op de
bodem van de oven.
Hete lucht
Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig wordt
rondgeblazen in de oven door een ventilator
in de achterwand van de oven.
Alle ovenzones worden zodoende snel en
gelijkmatig verwarmd. Dit betekent dat u te-
gelijkertijd verschillende soorten gerechten
kunt bereiden die op verschillende inzetni-
veaus zijn geplaatst.
De voordelen van koken met deze func-
tie:
Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op tempe-
ratuur komt, is het over het algemeen niet
nodig om de oven voor te verwarmen. Mo-
gelijk hebt u wel 5-7 minuten extra berei-
dingstijd nodig. Voor recepten die hogere
temperaturen vereisen, zoals brood, pas-
teien, scones of soufflés, verkrijgt u de
beste resultaten als de oven eerst wordt
voorverwarmd
Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het
algemeen lagere temperaturen dan berei-
ding met boven- en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de
bak- en braadtabel aan. Verminder bij uw
eigen conventionele recepten de onder-
en boventemperatuur met ongeveer
20-25°C.
Gelijkmatige warmteverdeling bij bak-
ken
progress 9
De heteluchtoven biedt een gelijkmatige
verwarming op alle inzetniveaus. Dit bete-
kent dat partijen van dezelfde gerechten
tegelijkertijd in de oven kunnen worden be-
reid. De baksels op het bovenste niveau
kunnen echter sneller bruiner worden dan
die op het onderste niveau.
Dit is normaal. Er vindt geen smaakover-
dracht plaats tussen de gerechten.
Conventioneel (Boven- en
onderwarmte)
De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Wan-
neer u wilt dat uw baksel een bruinere bo-
dem krijgt, moet u het op een lager niveau
in de oven zetten. Wanneer u wilt dat uw
baksel een bruinere bovenkant krijgt, moet
u het op een hoger niveau in de oven zet-
ten.
Het materiaal en de afwerking van de bak-
platen en schalen zijn van invloed op de
mate waarin het voedsel een bruin korstje
krijgt. Emaille, donker, zwaar en met teflon
gecoat bakgerei bevordert het bruinen,
terwijl bakgerei van glas, glanzend alumi-
nium of gepolijst edelstaal warmte reflec-
teert en afremt.
Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster om een gelijkmatige bruining te ga-
randeren.
Plaats schalen op een bakplaat van de
juiste afmeting, om te voorkomen dat er
voedsel op de bodem van de oven wordt
gemorst en ervoor te zorgen dat de oven
gemakkelijker kan worden gereinigd.
Plaats schalen, bakblikken of bakpla-
ten niet direct op de bodem van de
oven . Deze wordt erg heet en kan scha-
len, bakblikken of bakplaten beschadigen.
Als u deze instelling gebruikt komt de
warmte van de bovenste en onderste ver-
warmingselementen. Daarmee kunt u ge-
rechten op één enkel niveau bereiden. Dit
is bijzonder geschikt voor gerechten,
waarvan de bodem extra bruin moet wor-
den, bv. quiches en hartige taarten.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook
wat extra bruin van boven moeten worden,
kunnen ook heel goed bereid worden met
Conventioneel (Boven- en onderwarmte).
Zo maakt u gebruik van Conventioneel (Bo-
ven- en onderwarmte):
1. Draai de functieknop naar de gewenste
functie
2. Zet de temperatuurknop op de gewenste
temperatuur.
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor het
bakken van taart- en vlaaibodems. Tevens
kan deze functie worden gebruikt om ervoor
te zorgen dat het basisdeeg van quiches of
hartige taarten gaar is.
Het temperatuurcontrolelampje blijft
branden tot de juiste temperatuur be-
reikt is. Daarna gaat het knipperen om
aan te geven dat de temperatuur in
stand wordt gehouden.
Grillen
De meeste gerechten kunnen het beste op
het rooster in de grillpan worden geplaatst.
Hierdoor wordt een maximale luchtcircu-
latie gerealiseerd en bevindt het voedsel
zich niet in, maar boven het vet of de vlees-
sappen. Indien gewenst kunnen gerech-
ten zoals vis, lever en niertjes direct op de
grillpan worden geplaatst.
Droog het voedsel vóór het grillen goed,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager
vlees en vis licht in met een beetje olie of
gesmolten boter, zodat de gerechten tij-
dens de bereiding mals blijven.
Overige ingrediënten, zoals tomaten en
champignons, kunnen tijdens het grillen
van vlees onder de grill worden geplaatst.
Als u brood wilt roosteren, kunt u het beste
het bovenste inzetniveau te gebruiken.
Indien nodig moet het voedsel tijdens de
bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de grote grill
Via de grill komt de directe warmte snel tot in
het midden van het bereik van de grillpan.
Met de grill kunt u heel goed kleinere hoe-
veelheden grillen. Op die manier kunt u ook
energie besparen.
1. Draai aan de ovenregelaar om de oven in
te schakelen
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3. Kies het passende inzetniveau voor grill-
pan en rooster, al naar gelang of het om
platter of dikker grillvoedsel gaat. Volg de
instructies voor het grillen op.
Het grillelement wordt geregeld door de ther-
mostaat Tijdens het grillen wordt de grill met
10 progress
regelmatige tussenpozen in- en uitgescha-
keld, om oververhitting te voorkomen.
Grillen met hete lucht
Grillen met hete lucht biedt een alternatieve
bereidingsmethode voor gerechten die an-
ders met de normale grill worden bereid. Het
grillelement en de ventilator van de oven wer-
ken samen, zodat de hete lucht rond de ge-
rechten circuleert.
Hierdoor hoeft u het voedsel niet zo vaak te
controleren en om te draaien.
Grillen met hete lucht minimaliseert koo-
kluchtjes in de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstukken,
die van binnen rood moeten blijven, kunt u
alle levensmiddelen grillen die u normaal be-
reidt met de conventionele grill.
De bereiding verloopt gematigder, waardoor
het grillen met hete lucht doorgaans iets
meer bereidingstijd vergt dan de conventio-
nele grillmethode.
Een van de voordelen is dat er grotere hoe-
veelheden tegelijkertijd kunnen worden be-
reid.
1. Draai aan de ovenregelaar om de oven in
te schakelen
2.Belangrijk! Stel de heteluchtgrill op een
maximale temperatuur van 200°C in.
Ontdooien
De ventilator verwarmt niet en circuleert de
lucht op kamertemperatuur in de binnen-
ruimte van de oven.
Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid.
Houd er echter rekening mee dat de tempe-
ratuur in de keuken van invloed is op de snel-
heid van het ontdooien.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwets-
bare levensmiddelen te ontdooien die door
opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld
taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak,
brood en bakwaren van gistdeeg.
Controleer of de thermostaatknop op de
stand UIT staat.
Grill en draaispit
Waarschuwing! Ovendeur altijd
gesloten houden.
De vorken en het spit van het draai-
spit zijn spits en scherp (indien uw
apparaat hiermee is uitgerust).
Als u een van deze voorwerpen ge-
bruikt, wees dan uiterst voorzichtig
om verwondingen te voorkomen.
Volg de onderstaande instructies:
1. Vlees aan het draaispit rijgen en met de
vorken vastzetten.
2. Spit op de houder plaatsen en het geheel
in het tweede inzetniveau van onder
schuiven.
3. Het uiteinde van het spit in de desbetref-
fende opening van de achterwand aan-
brengen.
4. Schroef de handgreep van het spit.
5. Vul de lekbak met ongeveer 1/2 l. water
en plaats de bak op het eerste niveau.
6.
De functiekeuzeschakelaar op stand
draaien en de gewenste temperatuur in-
stellen.
progress 11
Tips en bereidingstabellen
Bakken:
Voor gebak is meestal een gemiddelde tem-
peratuur nodig (150 °C-200 °C).
U moet de oven dan ongeveer 10 minuten
voorverwarmen.
Doe de ovendeur niet open voordat drie-
kwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een
bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervol-
gens kunt u het garneren en afbakken.
De verdere baktijd hangt af van de soort en
hoeveelheid garnering of vulling.
Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen.
Door te vloeibaar deeg zou de baktijd onno-
dig langer duren.
Als er twee bakplaten met gebak tegelijkertijd
in de oven worden geplaatst, moet er tussen
de bakplaten één niveau worden vrijgelaten.
Als er twee bakplaten met gebak tegelijkertijd
in de oven worden geplaatst, moeten deze
na ongeveer tweederde van de baktijd wor-
den omgewisseld en omgedraaid.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen
dan 1 kg.
Kleinere stukken kunnen tijdens het braden
uitdrogen.
Donker vlees, dat van buiten goed gebraden
maar van binnen roze tot rood moet blijven,
moet bij een hogere temperatuur (200
°C-250 °C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daaren-
tegen een lagere temperatuur (150 °C-175
°C) nodig.
Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediën-
ten voor de saus of jus direct aan het begin
in de braadpan.
In andere gevallen worden ze het laatste half-
uur toegevoegd.
U kunt controleren of het vlees gaar is met
behulp van een lepel: als het vlees niet kan
worden ingedrukt, is het gaar.
Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze
moeten blijven, moeten op een hogere tem-
peratuur en in kortere tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het roos-
ter de braadpan in het onderliggende inzet-
niveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten
staan, zodat het vleesvocht niet kan weglo-
pen.
Om rookvorming in de oven te beperken,
kunt u een beetje water in de braadpan gie-
ten.
Om condensvorming te voorkomen, een
paar keer water toevoegen.
Borden kunnen tot zij geserveerd worden in
de oven op de laagste temperatuur warm
gehouden worden.
Belangrijk! Bedek de oven nooit met
aluminiumfolie en plaats geen
bakplaten, ovenschotels en dergelijke
op de bodem van de oven, anders kan
het emaille van de oven door de
opgebouwde hitte beschadigd raken.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al
naar gelang de samenstelling, ingrediënten
en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke ge-
rechten.
Noteer de instellingen van uw eerste berei-
dingen, om ervaring op te doen als u deze
gerechten later nog eens wilt bereiden.
U kunt de aangegeven waarden in de tabel-
len aanpassen op basis van uw eigen erva-
ringen.
Bak- en braadschema
GEBAK
GERECHT
Boven- en on-
derwarmte
Hete lucht
Berei-
dingstijd
[min]
Opmerkingen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Schuimtaart 2 170 2 (1 en
3)
165 45-60 In cakevorm
Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en
3)
160 24-34 In cakevorm
12 progress
GERECHT
Boven- en on-
derwarmte
Hete lucht
Berei-
dingstijd
[min]
Opmerkingen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Karnemelk
kwarktaart
1 170 2 165 60-80 In cakevorm 26 cm
Appelgebak
(appeltaart)
1 170 2 links
+
rechts
160 100-120 2 cakevormen van 20 cm
op het grillrooster
Strudel 2 175 2 150 60-80 Op bakplaat
Confituurtaart 2 170 2 links
+
rechts
160 30-40 In cakevorm 26 cm
Fruitcake 2 170 2 155 60-70 In cakevorm 26 cm
Biscuittaart (bo-
tervrije biscuit-
taart)
2 170 2 160 35-45 In cakevorm 26 cm
Kerstcake/rijke
fruitcake
2 170 2 160 50-60 In cakevorm 20 cm
Pruimentaart 2 170 2 165 50-60
In broodvorm
1)
Kleine cakes 3 170 3 (1 en
3)
165 20-30 Op een platte bakplaat
Koekjes 3 150 3 (1 en
3)
140 20-30
Op een platte bakplaat
1)
Schuimpjes 3 100 3 115 90-120 Op een platte bakplaat
Broodjes 3 190 3 180 15-20
Op een platte bakplaat
1)
Soesjes 3 190 3 (1 en
3)
180 25-35
Op een platte bakplaat
1)
Taartjes 3 180 2 170 45-70 In cakevorm 20 cm
Victoriataart 1 of 2 180 2 170 40-55 Links + rechts in cakevorm
van 20 cm
1) Warm de oven 10 minuten voor.
BROOD EN PIZZA
GERECHT
Boven- en on-
derwarmte
Hete lucht
Berei-
dingstijd
[min]
Opmerkingen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Wit brood 1 190 1 195 60-70 1 -2 stukken, 500 gram per
stuk
1)
Roggebrood 1 190 1 190 30-45 In broodvorm
Broodjes 2 190 2 (1 en
3)
180 25-40 6 - 8 broodjes op een platte
bakplaat
1)
Pizza 1 190 1 190 20-30
Op een diepe braadpan
1)
Scones 3 200 2 190 10~20
Op een platte bakplaat
1)
1) Warm de oven 10 minuten voor.
progress 13
OVENSCHOTELS
GERECHT
Boven- en on-
derwarmte
Hete lucht
Berei-
dingstijd
[min]
Opmerkingen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Pastaflan 2 180 2 180 40-50 In vorm
Groenteflan 2 200 2 200 45-60 In vorm
Quiches 1 190 1 190 40-50 In vorm
Lasagne 2 200 2 200 25-40 In vorm
Cannelloni 2 200 2 200 25-40 In vorm
Yorkshire pud-
ding
2 220 2 210 20-30
6 puddingvormen
1)
1) Warm de oven 10 minuten voor.
VLEES
GERECHT
Boven- en on-
derwarmte
Hete lucht
Berei-
dingstijd
[min]
Opmerkingen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Rundvlees 2 200 2 190 50-70 Op een ovenrooster en die-
pe braadpan
Varkensvlees 2 180 2 180 90-120 Op een ovenrooster en die-
pe braadpan
Kalfsvlees 2 190 2 175 90-120 Op een ovenrooster en die-
pe braadpan
Engelse rosbief
rood
2 210 2 200 44-50 Op een ovenrooster en die-
pe braadpan
Engelse rosbief
medium
2 210 2 200 51-55 Op een ovenrooster en die-
pe braadpan
Engelse rosbief
doorbakken
2 210 2 200 55-60 Op een ovenrooster en die-
pe braadpan
Varkensschou-
der
2 180 2 170 120-150 Op een diepe braadpan
Varkensschen-
kel
2 180 2 160 100-120 2 stukken op een diepe
braadpan
Lamsvlees 2 190 2 190 110-130 Bout
Kip 2 200 2 200 70-85 Geheel op een diepe
braadpan
Kalkoen 1 180 1 160 210-240 Geheel op een diepe
braadpan
Eend 2 175 2 160 120-150 Geheel op een diepe
braadpan
Gans 1 175 1 160 150-200 Geheel op een diepe
braadpan
Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken
Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken
14 progress
GERECHT
Boven- en on-
derwarmte
Hete lucht
Berei-
dingstijd
[min]
Opmerkingen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Fazant 2 190 2 175 90-120 Geheel op een diepe
braadpan
VIS
GERECHT
Boven- en on-
derwarmte
Hete lucht
Berei-
dingstijd
[min]
Opmerkingen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Forel/zeebra-
sem
2 190 2 (1 en
3) 2 (1
en 3)
175 40-55 3-4 vissen
Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en
3)
175 35-60 4-6 filets
Grillen
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
De lege oven moet altijd 10 minuten
voorverwarmen.
Hoeveelheid Grillen Bereidingstijd (minuten)
GERECHT Stuks gr
niveau
Temp.
(°C)
1e kant 2e kant
Tournedos 4 800 3 250 12-15 12-14
Biefstuk 4 600 3 250 10-12 6-8
Worstjes 8 / 3 250 12-15 10-12
Varkenskotelet 4 600 3 250 12-16 12-14
Kip (in 2 helften) 2 1000 3 250 30-35 25-30
Spiezen 4 / 3 250 10-15 10-12
Kipfilet 4 400 3 250 12-15 12-14
Hamburger 6 600 3 250 20-30
Voorverwarmen
5’00
Visfilet 4 400 3 250 12-14 10-12
Geroosterde sand-
wiches
4-6 / 3 250 5-7 /
Geroosterd brood 4-6 / 3 250 2-4 2-3
Grillen met hete lucht
Waarschuwing! Als u grilt met hete
lucht, dient u een maximale temperatuur
van 200°C te selecteren.
progress 15
Hoeveelheid Grillen Bereidingstijd (minuten)
GERECHT Stuks gr
niveau
Temp.
(°C)
1e kant 2e kant
Rollade (kalkoen) 1 1000 3 200 30-40 20-30
Kip (in twee helften) 2 1000 3 200 25-30 20-30
Kippenpoten 6 - 3 200 15-20 15-18
Kwartel 4 500 3 200 25-30 20-25
Groentegratin - - 3 200 20-25 -
stuks sint-jakobs-
schelpen
- - 3 200 15-20 -
Makreel 2-4 - 3 200 15-20 10-15
Vismoten 4-6 800 3 200 12-15 8-10
De aangegeven temperaturen zijn richt-
temperaturen. Indien nodig kunnen de
temperaturen aan uw persoonlijke wen-
sen worden aangepast.
Grill en draaispit
Tijden zijn exclusief voorverwarmen
De lege oven moet altijd 10 minuten
voorverwarmen.
GERECHT
Hoeveelheid
(g)
niveau
Temp. (°C)
Bereidingstijd
(minuten)
Gevogelte 1000 2 250 50/60
Varkensvlees 800 2 250 50/60
De aangegeven temperaturen zijn richtgetal-
len. Zonodig moeten de temperaturen aan
uw persoonlijke wensen worden aangepast.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Trek voordat u de
oven gaat schoonmaken altijd eerst
de stekker uit het stopcontact en
laat de oven afkoelen.
Waarschuwing! Het apparaat mag
niet worden gereinigd met een tot
een hoge temperatuur verwarmde
stoomreiniger.
Belangrijk: Voordat u de oven gaat reinigen,
moet de stekker van het apparaat uit het
stopcontact worden gehaald.
Voor een lange levensduur van uw apparaat
is het nodig om regelmatig de volgende rei-
nigingswerkzaamheden uit te voeren:
Maak de oven pas schoon als deze is af-
gekoeld.
Maak de geëmailleerde delen schoon met
een sopje.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Droog de onderdelen van roestvrij staal en
de glasplaat met een zachte doek.
Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal
verkrijgbare reinigingsmiddelen voor
roestvrij staal of warme azijn.
Het email van de oven is uiterst duurzaam en
in hoge mate resistent.
De inwerking van hete fruitzuren (citroenen,
pruimen of dergelijke) kunnen echter op de
oppervlakken van email blijvende matte en
ruwe vlekken achterlaten.
Dergelijke vlekken op het hoogglanzende op-
pervlak van het emaille hebben echter geen
invloed op het functioneren van de oven.
Reinig de oven grondig na elk gebruik.
Zo kunt u verontreinigingen het makkelijkst
verwijderen. Verder inbranden wordt daar-
door voorkomen.
Reinigingsmiddelen
Voordat welke schoonmaakmiddelen dan
ook voor uw oven gebruikt, moet u contro-
leren of ze geschikt zijn en of hun gebruik
wordt aanbevolen door de fabrikant.
16 progress
Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mogen
NIET worden gebruikt, aangezien deze de
toplaag van de oppervlakken dof kunnen
maken. Gebruik geen agressieve schuurmid-
delen.
Buitenkant reinigen
Neem regelmatig het bedieningspaneel, de
ovendeur en de afdichting af met een zachte,
goed uitgewrongen doek met warm water en
wat vloeibaar reinigingsmiddel.
Om beschadigen of verzwakken van de glas-
platen van de deur te voorkomen, moet u het
gebruik van de volgende producten vermij-
den:
Huishoudelijke schoonmaakmiddelen en
bleekmiddelen
Geïmpregneerde sponsjes die niet ge-
schikt zijn voor pannen met antiaanbak-
laag
Brillo- of staalwolsponsjes
Chemische ovenreiniger of spuitbussen
Roestverwijderaars
Vlekverwijderaars voor wasbakken/aan-
rechten
Reinig het venster aan de binnen- en buiten-
kant met een warm sopje.
Mocht het binnenvenster van de deur erg
verontreinigd zijn, dan is het gebruik van een
speciaal reinigingsmiddel aan te bevelen.
Gebruik geen verfkrabber om aangekoekt
vuil te verwijderen.
Ovenruimte
De emaillen bodem van de oven kunt u het
beste reinigen terwijl de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een
zachte doek die u hebt natgemaakt met
warm water waaraan u zeep hebt toege-
voegd. Af en toe moet de oven grondiger
worden gereinigd. Gebruik daarvoor een in
de handel verkrijgbare ovenreiniger.
Verzorging van de katalytische wanden
Katalytisch emaille vernietigt olie, vet, op-
spattend voedsel etc. dat bij het bakken
wordt geproduceerd. Om dit proces te hel-
pen is het een goed idee om de oven weke-
lijks een uur of twee aan te zetten, zonder
voedsel, om voortdurende goede prestaties
van de katalytische wanden te garanderen.
Ga als volgt te werk om de ovenruimte te
reinigen:
1. (bijv. pannen, roosters, bakplaat, braad-
slede etc.). Laat niets in de oven achter.
2. Zet de functiekiezer van de oven in de
stand hetelucht
3. Draai de thermostaatknop naar 250°C
4. Laat de oven nu ongeveer 45 minuten
leeg werken.
5. Open een raam voor de ventilatie.
Deze procedure dient herhaald te worden
met de functie 'Grill en draaispit"
gedu-
rende ongeveer 5 minuten.
Als de ovenruimte koud is, laat dan de oven
gedurende 60 minuten aan staan.
Belangrijk! Probeer niet om het
katalytische emaille schoon te maken.
Adviezen
Handmatig reinigen van de katalytische
wanden wordt afgeraden. Als u met zeep
geïmpregneerde staalwolsponsjes, spuit-
bussen en andere schuurmiddelen ge-
bruikt, kunnen deze wanden beschadigd
raken.
Na verloop van tijd kan het katalytische
oppervlak licht verkleuren of glimmen. Dit
heeft geen invloed op de katalytische ei-
genschappen.
Volg de aanbevelingen in het hoofdstuk
"Aangekoekt vuil tijdens de bereiding be-
perken".
Aangekoekt vuil tijdens de bereiding
beperken
Houd u aan de aanbevolen temperaturen.
Hogere temperaturen tijdens het braden zor-
gen ervoor dat er meer vuil aankoekt.
Probeer eens wat langer bij een lagere tem-
peratuur te bereiden.
Hierdoor bespaart u energie en blijft het vlees
bovendien malser.
Gebruik geen of heel weinig olie of vet voor
het braden van vlees; aardappelen hoeven
alleen voor het bereiden met vet te worden
bestreken. Extra vet in de oven tijdens het
braden veroorzaakt spatten en aangekoekte
resten
Het is NIET nodig om tijdens het braden wa-
ter aan de braadslede toe te voegen. Door
het water en het vet uit het vlees gaat het
gerecht tijdens de bereiding meer spatten,
ook bij normale temperaturen.
progress 17
Zo ontstaat ook condensvorming.
Als u het vlees tijdens de bereiding afdekt,
voorkomt u dat het ovenoppervlak vuil wordt;
verwijder indien gewenst de afdekking de
laatste 20-30 minuten, zodat het gerecht ex-
tra bruin kan worden.
Deze bereidingsmethode is vooral geschikt
voor bepaalde grotere braadstukken en kal-
koen, omdat het vlees gaar kan worden
voordat de buitenkant te bruin is.
Gebruik de braadslede. Tijdens het braden
wordt het vet van het braadstuk onder het
rooster opgevangen, zodat het niet tegen de
katalytische wand kan spatten.
Telescopische reksteunen en
katalytische platen
Voor het schoonmaken van de zijwanden
kunnen de geleiderails aan de linker- en rech-
terzijde van de oven worden verwijderd.
Verzeker u er eerst van dat de oven afge-
koeld is en dat de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Verwijderen van de geleiderails.
Eerst de rail aan de voorkant van de oven-
wand wegtrekken en vervolgens achter los-
haken.
Monteren van de geleiderails
Bij het terugplaatsen de rails eerst achter in-
haken, dan aan de voorkant op de juiste po-
sitie brengen en vervolgens de rails op hun
plaats drukken. Reinig de geleiderails met
warm zeepsop en verwijder hardnekkige
vlekken met een goed vochtig gemaakt
sponsje met zeep Goed afspoelen en met
een zachte doek afdrogen.
Het ovenlampje vervangen
Belangrijk! Trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Als het ovenlampje moet worden vervangen,
dan moet dit voldoen aan de volgende eisen:
Vermogen: 15 W / 25 W
Elektrisch vermogen: 230 V (50 Hz)
Hittebestendigheid tot 300 °C
Soort aansluiting: E14
Reservelampjes zijn verkrijgbaar bij uw vak-
handelaar.
Het ovenlampje vervangen:
1. Laat de oven eerst volledig afkoelen en
trek de stekker uit het stopcontact.
2. Druk het glazen dekseltje in en draai het
linksom
3. Verwijder het kapotte lampje en vervang
dit door een nieuw lampje.
4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de
stekker weer in het stopcontact.
18 progress
De ovendeur
De ovendeur bestaat uit twee glasplaten. De
ovendeur kan uit elkaar worden gehaald en
de glasplaten kunnen worden verwijderd om
gemakkelijker te worden schoongemaakt.
Waarschuwing! Wij adviseren u de
ovendeur te demonteren voordat u deze
schoonmaakt. De ovendeur kan
dichtslaan als u de glasplaten probeert
te verwijderen terwijl de deur nog
gemonteerd is.
Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Open de deur helemaal.
2. Ga naar de twee scharnieren van de deur
3. Til de hendels op de twee scharnieren
omhoog en draai ze
4. Houd de deur vast bij de zijkanten en sluit
de deur voorzichtig maar niet HELEMAAL
5. Trek de deur naar voren en verwijder de-
ze uit de zitting
6. Leg de deur op een stabiele ondergrond
op een zachte doek om te voorkomen dat
de handgreep beschadigd raakt
7. Maak het vergrendelingssysteem open
om de glasplaten te verwijderen
progress 19
8. Draai de twee bevestigingen 90° en ver-
wijder ze uit hun zittingen
90°
9. Til de bovenste glasplaat voorzichtig iets
op en trek de binnenste glasplaat eruit.
De binnenste glasplaat is herkenbaar is
aan de decoratie op de vier kanten.
1
2
Maak de ovendeur schoon met lauw water
en een zachte doek. Gebruik geen metaal-
sponsjes, schuursponjes of zuren, die het
speciale warmtereflecterende oppervlak van
de glasplaat kunnen beschadigen.
Zet de glasplaat na het schoonmaken weer
in de deur. Plaats de deur terug in de oven;
herhaal de handelingen in omgekeerde volg-
orde. Let er op dat u de glasplaten weer op
de goede plaats zet.
Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. De binnenste glasplaat met de decoratie
op de vier kanten moet zodanig gemon-
teerd worden dat de zeefdruk naar de
buitenkant van de oven gericht is. Raak
het zichtbare oppervlak aan. De glasplaat
is goed geplaatst als u met uw vinger over
het zichtbare oppervlak strijkt en u geen
oneffenheden ter hoogte van de zeefdruk
voelt.
2. De binnenste glasplaat moet in zijn spon-
ning geplaatst worden zoals aangegeven
in de afbeelding.
Nadat u de glasplaten in de ovendeur ge-
plaatst heeft, zet u de glasplaten vast in om-
gekeerde volgorde van hetgeen beschreven
is bij punt 8 .
20 progress
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Progress PBK3360X User manual

Category
Kitchen & houseware accessories
Type
User manual

Ask a question and I''ll find the answer in the document

Finding information in a document is now easier with AI

in other languages